Flipper Previous item Definities Next item Onderzeedienst

Flipper

De Flipper is het felbegeerde insigne van de Onderzeedienst. In 1965 is het insigne – 2 dolfijnen voor het profiel van een onderzeeboot – voor het eerst uitgereikt. Het symbool voor professionaliteit, kennis, vaardigheden en ervaring is voor de dragers bijzonder waardevol. Een oude en een jonge ‘Flipper’ vertellen wat dit borstembleem voor hen betekent.

Adjudant TD b.d. Willem van den Berg: “Als er 1 eigenschap is die je absoluut moet bezitten om de Flipper te halen, is het doorzettingsvermogen.”
In de opleiding tot matroos 1 bij de Onderzeedienst leer je de onderzeeboot van binnen en buiten kennen.

Adjudant technische dienst b.d. Willem van den Berg (58) beweegt zich onder water bijna net zo gemakkelijk als op het vasteland. Duizenden zeemijlen legde de techneut af aan boord van een ijzeren pijp. Nu brengt de ervaringsdeskundige de nieuwe generatie de fijne kneepjes van het vak bij. Bij het gespreksonderwerp ‘Flipper’ komen de oude verhalen als vanzelf. Al is het lang geleden dat Van den Berg in de opleiding zat, zijn ervaringen liggen net onder de oppervlakte. Karakter, dat woord valt keer op keer. Niet iedereen is geschikt om maandenlang onder water te zitten, oordeelt de reservist: “Als er 1 eigenschap is die je absoluut moet bezitten om de Flipper te halen, dan is het doorzettingsvermogen.”

De voormalig onderofficier viel onder de technische dienst. Het was niet de bedoeling dat hij zich strikt op dat werkveld richtte.  “Er werd veel van me gevraagd, op alle werkterreinen. Variërend van wapentechniek tot machinerie. Daar moest ik voor openstaan zodat ik ieder facet van de boot leerde kennen.”

Trots en verbondenheid

“Wanneer ik iemand met een Flipper zie, denk ik: ‘jij hebt hetzelfde doorstaan als ik. Je laat je niet opzij zetten’. Op zo’n moment voel ik me verbonden met die ander. Ik hoop dat men ook zo naar mij kijkt. Zie het als trots. Voor mij betekent de Flipper dat ik op belangrijke momenten snel adequate beslissingen te nemen.”

Om je Flipper te halen, wordt er veel van je gevraagd op alle terreinen: variërend van wapentechniek tot machinerie.
Matroos 1 Marco Weinreich: “Iedereen die een Flipper mag dragen, hoort bij de grote onderzeebootfamilie. Zo voelt het voor mij althans.”

Grote onderzeebootfamilie

Matroos 1 Marco Weinreich (28) zou qua leeftijd Van de Bergs zoon kunnen zijn. De jonge kok van Zr.Ms. Dolfijn is weliswaar geen bloedverwant van de reservist, maar tussen de beide is wel degelijk sprak van een relatie: “Iedereen die een Flipper mag dragen, hoort bij de grote onderzeebootfamilie. Zo voelt het voor mij tenminste.”

Weinreich vertelt dat de opleiding – die 1,5 jaar duurde – een zware wissel op hem trok. De matroos maakte lange dagen terwijl hij ook nog moest studeren om de onderzeeboot van binnen en buiten te leren kennen. “Daarnaast zaten we 24 uur per dag op elkaars lip en moest je omgaan met het gebrek aan zonlicht”, vertelt Weinreich. Niet voor niets halen sommige matrozen nooit de eindstreep. Fysiek vond de kok het “allemaal wel meevallen”. Dat terwijl het ritme van 6 uur op, 6 uur af op den duur velen parten speelt.

Voor Weinreich was vooral het mentale gedeelte heftig. “Ik had eigenlijk geen rust en was voortdurend bezig met anderen. Gelukkig had ik het voordeel dat ik nergens zo fijn slaap als aan boord. Zelfs met brandoefeningen moesten collega’s me wakker schudden.”

Onderzeebootbemanningen zitten 24 uur per dag op elkaars lip en moeten om kunnen gaan met het gebrek aan zonlicht.

Thuis niets vertellen

“Wat ik zo gaaf vind aan het werken op een onderzeeboot? Dat je op missies gaat waar je zelfs thuis niets over vertelt. Dat maakt het speciaal en spannend. En ik houd van afwisseling. Als kok sleutel ik soms ook aan de dieselmotoren, bestuur ik de boot of luister naar de sonar. Met de flipper op zak, ben je op meerdere terreinen inzetbaar.”

x
Onderzeebootbemanningen moeten taken van elkaar kunnen overnemen, of je nu kok of commandant bent.

Hoe verdien je de Flipper?

In de opleiding tot matroos 1  bij de Onderzeedienst krijg je te maken met het taken- en afoefenboek. Eerst leer je de onderzeeboot  van binnen en buiten kennen. Dan passeren alle systemen de revue. Je leert wat je moet doen wanneer brand uitbreekt of een gat in de boot slaat. Uitgangspunt is dat je aan het einde van je training over algemene kennis beschikt. Je moet namelijk taken van elkaar kunnen overnemen, of je nu kok of commandant bent. Tijdens de opleiding neem je bij iedereen een kijkje in de keuken. Van de veiligheid aan boord moet je echt alles weten. Waar de afsluiters zijn gesitueerd, welke deuren je nu eigenlijk bij brand moet sluiten? Hoe je kunt ontsnappen en waar je de zuurstofkoffer vindt.

Om de Flipper te halen, moet je in teamverband willen werken. In het afoefenboek staat beschreven wat je moet weten. Maar dit naslagwerk levert geen informatie over hoe je dingen aanpakt. Collega´s vullen dat gat en helpen je naar de eindstreep.